Niet iedereen neemt elk jaar al zijn vakantiedagen op. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Mogen de overgebleven vakantiedagen worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar? Het antwoord daarop hangt af van het type vakantiedag, omstandigheden op het werk en de afspraken in de arbeidsovereenkomst/cao maar ook de persoonlijke situatie. De regels zijn deels wettelijk vastgelegd, maar kunnen ook worden aangevuld door afspraken in de arbeidsovereenkomst of de van toepassing zijnde cao.
Wanneer mogen vakantiedagen meegenomen worden?
In de regel worden vakantie-uren (vakantiedagen) aangevraagd bij de werkgever. De werkgever moet de aanvraag in principe goedkeuren. Een werknemer moet in principe de wettelijke vakantiedagen ieder jaar kunnen opnemen. De werkgever mag tegen het opnemen van de wettelijke vakantiedagen geen bezwaar maken. Alleen wanneer de geplande vakantiedagen niet te verenigen zijn met het bedrijf mag de werkgever, binnen twee weken na de aanvraag, schriftelijk bezwaar maken tegen de periode van de opname wegens “zwaarwegende bedrijfsbelangen”. Hierbij kan gedacht worden aan onderbezetting binnen een bepaald specialisme van het bedrijf. Wanneer de wettelijke vakantiedagen niet of gedeeltelijk opgenomen worden dan kunnen deze dagen meegenomen worden naar het opvolgende jaar maar voor de wettelijke vakantiedagen geldt een korte vervaltermijn.
Wanneer een werknemer recht heeft op meer vakantiedagen dan de wettelijke regeling die het minimum stelt, dan mogen ook deze dagen meegenomen worden naar het opvolgende jaar maar dan speelt de vraag wanneer deze extra vakantiedagen (bovenwettelijke vakantiedagen) komen te vervallen. Dat hangt af van wat in de arbeidsovereenkomst of cao is geregeld. Meestal is daar een termijn aan gekoppeld van vijf jaren. Voor deeltijdwerkers worden vakantiedagen evenredig berekend naar het aantal gewerkte uren.
Vakantiedagen die niet zijn opgenomen, vervallen of verjaren na een bepaalde periode. Wettelijke vakantiedagen die de werknemer niet heeft opgenomen, vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin de werknemer ze heeft opgebouwd. Bij cao of schriftelijke overeenkomst kan een ruimere vervaltermijn zijn overeengekomen dus controleer of hierover (collectief) afspraken zijn gemaakt. Veel collectieve arbeidsovereenkomsten kennen gunstiger regelingen, zoals een vervaltermijn van 5 jaar voor alle vakantiedagen of de mogelijkheid om meer dagen over te dragen naar het volgende jaar.
Bovenstaand is de algemene regel maar daar bestaan uitzonderingen op. In bepaalde gevallen verjaren de niet opgenomen wettelijke vakantiedagen pas na vijf jaren (termijn neemt een aanvang vijf jaren na het kalenderjaar van de opbouw van de vakantiedagen:
- De werknemer was niet in staat om de wettelijke vakantiedagen op tijd op te nemen, bijvoorbeeld wegens ziekte, of omdat door de houding van de werkgever het de werknemer onmogelijk is gemaakt om vakantie op te nemen – hierbij geldt dat de werknemer moet kunnen aantonen dat hij door deze omstandigheden verhinderd was;
- Er is sprake van zogeheten bovenwettelijke vakantiedagen. Dit speelt wanneer de werknemer meer dan het wettelijk aantal vakantiedagen heeft.
Er is geen wettelijk maximum aan het aantal dagen dat meegenomen mag worden naar het opvolgend jaar zolang de dagen nog geldig zijn. Het gaat hier om:
- Wettelijke vakantiedagen: vier keer het aantal dagen dat er per week gewerkt wordt;
- En/of dagen uit eerdere jaren die nog binnen de vervaltermijn vallen.
Opnemen vakantiedagen bij ziekte
Een werknemer heeft ook tijdens ziekte recht op vakantie, maar er gelden bijzondere regels. Tijdens ziekte kan de werknemer vakantiedagen opnemen in overleg met de werkgever. De werknemer moet toestemming vragen aan de werkgever om tijdens ziekte vakantie op te nemen. Tijdens de vakantieperiode ontvangt de werknemer vakantieloon en wordt de ziekteuitkering onderbroken. Wanneer het niet mogelijk is om vakantie op te nemen bij ziekte en er bestaat geen mogelijkheid om te re-integreren dan kan bij wijze van uitzondering de vervaltermijn van zes maanden worden verlengd met vijf jaren. Deze verlenging geldt automatisch wanneer de werknemer door ziekte verhinderd was om vakantie op te nemen.
Is het mogelijk om wettelijke vakantiedagen te laten uitbetalen
Wettelijke vakantiedagen die, om welke reden dan ook, niet zijn opgenomen mogen niet worden uitbetaald of afgekocht. Enkel aan het einde van het contract is dit toegestaan, of bij een regulier ontslag en/of wederzijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De vakantiedagen waar de werknemer recht op heeft volgens de wettelijke regeling mogen niet in geld uitgekeerd worden zolang het arbeidscontract voortduurt. Het is daarom niet toegestaan om vakantiedagen af te kopen terwijl de arbeidsovereenkomst nog niet is geëindigd (zie artikel 7:640 BW).
Een werknemer behoudt aanspraak op vakantie en doorbetalen van loon, als de vakantiedagen onrechtmatig in geld zijn uitbetaald. Het uitbetaalde geld kan de werkgever dus terugvorderen aangezien dit onverschuldigd is betaald. De werknemer heeft weer een vordering op de werkgever, die loon moet doorbetalen over de tijd dat de werknemer het recht op vakantie opneemt. Verrekening van beide vorderingen met elkaar is mogelijk op het moment dat de werknemer vakantie neemt, en wanneer de werknemer hiermee instemt. Wanneer de werknemer hier niet mee instemt dan kan de werkgever dit onverschuldigde bedrag (uitbetaalde vakantierechten / te veel betaald loon) verrekenen met het loon dat de medewerker nog tegoed heeft.
Bovenwettelijke vakantiedagen
Wanneer een werknemer recht heeft op meer vakantiedagen dan de wettelijke regeling als minimum stelt, dan speelt de vraag of deze extra vakantiedagen (bovenwettelijke vakantiedagen) in geld uitgekeerd mogen worden. Dat mag alleen als dat uitdrukkelijk in een schriftelijke arbeidsovereenkomst of cao is geregeld (artikel 7:640 lid 2 BW). Daar komt bij dat de werknemer met die afkoop van vakantierechten niet hoeft in te stemmen, aangezien hij/zij recht heeft om die dagen op te nemen (artikel 7:638 BW).
Veel cao’s kennen specifieke regelingen voor bovenwettelijke vakantiedagen. Zo kunnen bepaalde sectoren afspraken hebben over maximaal aantal dagen dat kan worden opgespaard, verschillende vervaltermijnen per categorie vakantiedagen, of de mogelijkheid om een deel van de bovenwettelijke dagen uit te laten betalen onder voorwaarden.
Wanneer een advocaat inschakelen?
In de praktijk ontstaan er regelmatig conflicten over het opnemen of vervallen van vakantiedagen. Bijvoorbeeld als:
- De werkgever opgespaarde vakantiedagen wil laten vervallen op basis van de korte vervaltermijn, terwijl er redenen zijn om uit te gaan van de langere vervaltermijn;
- de vakantiedagen niet kunnen worden opgenomen door ziekte of werkomstandigheden;
- er discussie ontstaat over het aantal vakantiedagen dat moet worden gewaardeerd na een beëindiging van de overeenkomst.
- er is een geschil over uitleg van cao-afspraken en/of bijzondere regelingen/bepalingen.
In zulke situaties is het verstandig om juridisch advies in te winnen. Een arbeidsrechtadvocaat kan hierbij adviseren, onderhandelen en/of procederen. Voor zowel de werkgever als de werknemer kan de arbeidsrechtspecialist beoordelen wat de rechten en verplichtingen zijn om vervolgens de rechtspositie te bepalen en daarnaar te handelen.





