Een ondertoezichtstelling (OTS) is een ingrijpende kinderbeschermingsmaatregel waarbij een kind tijdelijk onder toezicht wordt gesteld van een GI, middels een gezinsvoogd. Deze maatregel wordt opgelegd door de kinderrechter wanneer de ontwikkeling of veiligheid van een kind ernstig wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet afdoende is. In dit artikel gaan we in op de maatregel OTS, voor wie het geldt, op welke gronden het kan worden opgelegd, hoe de procedure verloopt en wat de rol van een advocaat is.

Wat is een ondertoezichtstelling?

Een ondertoezichtstelling is een maatregel waarbij een minderjarige onder toezicht wordt gesteld van een gecertificeerde instelling (GI). Een gezinsvoogd van deze instelling houdt toezicht op de opvoeding en ontwikkeling van het kind en ondersteunt de ouders bij het verbeteren van de opvoedsituatie. De ouders behouden in principe het ouderlijk gezag, maar moeten samenwerken met de gezinsvoogd en diens aanwijzingen opvolgen. Een OTS is een vorm van gedwongen hulp en dat betekent dat de ouders dus verplicht zijn om mee te werken aan de adviezen en aanwijzingen van de gezinsvoogd die werkt bij de GI, welke is aangewezen door de kinderrechter. De gezinsvoogd maakt een begeleidingsplan en maakt afspraken met het kind en de ouders over hoe zij de beoogde doelen in het kader van de OTS kunnen bereiken.

OTS is tijdelijk van aard. De kinderrechter stelt de maatregel in voor maximaal één jaar (twaalf maanden), maar deze kan worden verlengd als de situatie daar aanleiding toe geeft.

Voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS)

Een voorlopige ondertoezichtstelling is een bijzondere vorm van ondertoezichtstelling. De situatie van een kind kan zo ernstig of bedreigend zijn dat het nodig is voor de RvdK om meteen een kinderbeschermingsmaatregel te verzoeken, zonder uitgebreid onderzoek. De voorlopige ondertoezichtstelling duurt maximaal drie maanden en gaat bijna altijd gelijktijdig met een verzoek tot spoeduithuisplaatsing.

In deze spoedsituaties kan de kinderrechter een voorlopige ondertoezichtstelling opleggen. Deze maatregel geldt maximaal drie maanden en kan worden opgelegd zonder dat ouders eerst zijn gehoord. Binnen twee weken volgt een zitting waarin ouders alsnog hun visie kunnen geven.

Uithuisplaatsing na ondertoezichtstelling

Wanneer de hulpverlening thuis onvoldoende is om de ontwikkelingsbedreiging voor het kind weg te nemen, kan het nodig zijn om hulp buiten het gezin te bieden in de vorm van een uithuisplaatsing (UHP).

Gronden voor ondertoezichtstelling

De kinderrechter kan een OTS opleggen als er sprake is van de grond “de ernstige bedreiging van de belangen van een kind”. Artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek noemt als voorwaarden voor een ondertoezichtstelling dat:

  • Een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd;
  • Ouders de zorg die nodig is om die bedreiging op te heffen niet voldoende accepteren;
  • Verwacht wordt dat ouders binnen een voor het kind aanvaardbare termijn hun opvoedingsverantwoordelijkheid zullen waarmaken.

De wet noemt nadrukkelijk het criterium van een “ernstige bedreiging”. Een OTS vormt een inbreuk op het recht van ouders om hun kind naar eigen inzicht op te voeden, zoals gewaarborgd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en in het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK). Dit vormt een belangrijke maatstaf en hiermee mag niet lichtvaardig worden omgesprongen. De kinderrechter toetst de verzoeken tot OTS of verlenging OTS aan de wettelijke grondslag. De rechter is daarbij verplicht om de concrete ontwikkelingsbedreiging in de beschikking (uitspraak) op te nemen. De RvdK en de gezinsvoogd moeten in het verzoekschrift tot OTS of verlenging van de OTS de ontwikkelingsbedreiging beargumenteren en onderbouwen.

Voorbeelden van situaties waarin OTS wordt opgelegd zijn: verwaarlozing, mishandeling, huiselijk geweld, psychische problematiek, verslaving of ernstige conflicten tussen ouders.

Procedure ondertoezichtstelling

De OTS-procedure begint vaak met een melding bij Veilig Thuis, school of de huisarts. Vervolgens verloopt het proces meestal als volgt:

  1. Jeugdhulp via gemeente, de gemeente zorgt dat er jeugdhulp voor minderjarige kinderen komt als dat nodig is.
  2. Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming (RvdK); soms werkt de voorgaande hulp niet voldoende. Het kan ook zijn dat het gezin te weinig meewerkt met de hulp. De jeugdhulporganisatie kan de RvdK dan vragen onderzoek te doen.
  3. Verzoek tot OTS door de RvdK; uit het onderzoek kan blijken dat er ernstige zorgen over de ontwikkeling van het kind(eren) zijn. Als blijkt dat de ouders of verzorgers met verplichte begeleiding op termijn waarschijnlijk wel weer zelfstandig voor de verzorging en opvoeding kunnen zorgen, zal er een verzoek tot ondertoezichtstelling (OTS) worden verzocht door de RvdK.
  4. Verzoek tot OTS door (één van) de ouders; Wanneer de RvdK besluit om geen verzoek tot een OTS in te dienen bij de rechtbank dan kan een ouder of verzorger, wanneer deze dat noodzakelijk acht, zelf een verzoek indienen bij de kinderrechter.
  5. Verzoek tot OTS door het OM; in uitzonderlijke gevallen kan er een verzoek worden ingediend door het Openbaar Ministerie, wanneer bijvoorbeeld een kind te vaak in aanraking is gekomen met de politie of jonger is dan twaalf jaren. Vóór de leeftijd van twaalf jaren kan een kind niet strafrechtelijk vervolgd worden.
  6. Er volgt een oproep van de rechtbank; nadat er een verzoek is ingediend voor OTS, verlenging van de OTS of voorlopige OTS (VOTS) dan zal de rechtbank de gezagsdragende ouder/verzorger in de gelegenheid stellen om een verweerschrift in te dienen en de datum van de zitting mede te delen. Bij de brief zit een kopie van het verzoekschrift met bijlagen.
  7. Verweerschrift, de rechtbank stelt de ouders/verzorgers in de gelegenheid om een verweerschrift in te dienen. Dat is een schriftelijk standpunt over het verzoek tot (V)OTS. De rechtbank stuurt een afschrift van het verweerschrift door aan de RvdK en andere belanghebbenden.
  8. Zitting bij de rechtbank; ouders en eventueel het kind (vanaf 12 jaren) worden opgeroepen om de kinderrechter te vertellen wat zij vinden van de kinderbeschermingsmaatregel OTS.
  9. Uitspraak, de kinderrechter beslist of de maatregel wordt opgelegd en voor hoe lang. OTS wordt altijd uitgesproken voor de duur van maximaal één jaar (12 maanden), met de mogelijkheid tot verlenging.
  10. Hoger beroep, wanneer één van de gezaghebbende ouders of verzorgers of andere betrokkenen in de procedure het niet eens zijn met de beslissing van de rechtbank dan is het mogelijk om hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak in te stellen.  
  11. Einde of verlenging OTS, een OTS duurt maximaal 12 maanden en de maatregel kan verlengt worden met een eenzelfde termijn als dat (nog) noodzakelijk is. Wanneer de GI vindt dat OTS niet eerder kan worden opgeheven, dan kan de gezagsdragende ouder of verzorger een verzoek tot opheffing van de OTS indienen. Wat veel mensen niet weten is dat een kind van 12 tot 18 jaar dit ook mag verzoeken aan de rechtbank.

De rol van een advocaat bij een ondertoezichtstelling

Een familierechtadvocaat is van grote waarde bij een (dreigende) uithuisplaatsing. Ineens staat de gezagsdragende ouder of verzorger tegenover instanties met veel kennis en juridische bevoegdheden – het is dan belangrijk dat de kant van ouders en het kind goed naar voren wordt gebracht. Een advocaat beoordeelt het verzoekschrift met bijlagen, adviseert over de (on)mogelijkheden, stelt een verweerschrift op en vertegenwoordigt de partijen tijdens de zitting. Een gespecialiseerde jeugdrechtadvocaat helpt om grip te houden op de zaak in een emotionele tijd en het proces en de belangen van ouders én het kind te behartigen.

AMBT Advocaten heeft jarenlange ervaring met jeugdrechtzaken zoals ondertoezichtstellingen. Wij begeleiden minderjarigen en/of hun ouders als de RvdK, de GI, het OM een ondertoezichtstelling verzoekt en soms staan wij ouders of verzorgers ook bij wanneer een verzoek tot OTS niet geïndiceerd is maar waarvan ouders het wel noodzakelijk vinden.

Onder bepaalde voorwaarden kunnen de ouders aanspraak maken op een toegevoegde advocaat, ofwel een advocaat van onvermogen, ook wel een pro deo advocaat genoemd. Wij zijn gespecialiseerd en gecertificeerd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Stel ons kantoor tijdig op de hoogte van een dreigende (V)OTS, zodat wij ons kunnen melden bij de rechtbank zodra er een verzoek is ingediend.

Veelgestelde vragen over ondertoezichtstelling

Wanneer stopt een ondertoezichtstelling?

OTS wordt in eerste instantie opgelegd voor maximaal twaalf maanden. Als de situatie niet voldoende is verbeterd en het noodzakelijk is dan kan de maatregel telkens met een jaar worden verlengd. Wanneer de maatregel niet tijdig wordt verlengd stopt de OTS. De ondertoezichtstelling stopt wanneer de kinderrechter oordeelt dat de bedreiging voor het kind is weggenomen en de OTS wordt opgeheven. Als de situatie zich voordoet dan zal de RvdK of de gecertificeerde instelling zelf om beëindiging van de maatregel verzoeken maar ook de gezagsdragende ouders/verzorgers kunnen dat verzoek indienen.

Wie heeft het gezag bij ondertoezichtstelling?

De ouders behouden in principe het ouderlijk gezag tijdens de ondertoezichtstelling. Wel worden hun bevoegdheden beperkt: zij mogen voor bepaalde beslissingen – zoals medische ingrepen of schoolkeuze – alleen handelen in overleg met de gezinsvoogd. De gezinsvoogd ziet erop toe dat beslissingen in het belang van het kind worden genomen en de ouders/verzorgers moeten zich houden aan de aanwijzingen van de gezinsvoogd.

Niet eens met de ondertoezichtstelling?

Wanneer de ouders/verzorgers het niet eens zijn met de kinderbeschermingsmaatregel tot ondertoezichtstelling, dan kan er schriftelijk verweer worden gevoerd middels een verweerschrift en/of mondeling verweer op zitting. Wanneer de maatregel ondanks het verweer toch wordt opgelegd dan is het mogelijk om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen. Dat geldt ook voor verlengingsbeschikkingen of een afwijzing van een verzoek tot opheffing OTS.

Hoe werkt een ondertoezichtstelling bij gescheiden ouders?

Bij gescheiden ouders met gezamenlijk gezag geldt de OTS voor het kind, niet voor één ouder afzonderlijk. De gezinsvoogd overlegt in dat geval met beide ouders. Als de communicatie ernstig verstoord is, kan de gezinsvoogd hierin bemiddelen. In extreme situaties kan de rechter besluiten om een gezagsbeslissing te treffen.

Kan ondertoezichtstelling ook bij volwassenen?

OTS is een maatregel die uitsluitend geldt voor minderjarigen. Voor volwassenen bestaan andere beschermingsmaatregelen, zoals mentorschap, curatele, bewind. Deze juridische mogelijkheden worden ingezet wanneer iemand niet in staat is om zijn of haar persoonlijke of financiële belangen zelfstandig te behartigen. Deze regelingen vallen niet onder het jeugdrecht.

Neem contact op met onze specialisten van AMBT Advocaten

Het eerste gesprek is, zonder enig voorbehoud, gratis zodat u nooit voor onaangename verrassingen komt te staan. Neem contact op via 085 – 0880471 of per mail [email protected]. U kunt onze advocaten ook bereiken via hun mobiele nummer (te vinden via hun profiel).

Bel 085 - 0880471 Plan een gratis gesprek in
Neem contact op