Een gebiedsverbod is een bevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 172a van de Gemeentewet. Het is belangrijk om het gebiedsverbod niet te verwarren met het straatverbod. Een straatverbod wordt ook wel eens een gebiedsverbod genoemd als er sprake is van meerdere straten. In het strafrecht en dan met name een vrijheidsbeperkende maatregel en een gedragsaanwijzing wordt er ook gesproken over een gebiedsverbod maar het is dan vaak in de regel een verbod voor een specifiek adres(sen).

In dit artikel gaan we in het bijzonder in op de bevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 172a en de voorwaarden waaronder zo’n verbod gegeven kan worden.

Wat is een gebiedsverbod?

Een gebiedsverbod is een juridische maatregel die iemand verbiedt om zich op een specifieke plek of in een bepaald gebied te bevinden. Het doel is om de veiligheid van personen of de openbare orde te waarborgen en conflicten of gevaarlijke situaties te voorkomen. Bij een gebiedsverbod mag iemand niet in een bepaald stadsdeel, dorp, wijk of ander afgebakend gebied komen. Een locatieverbod geldt vaak voor een specifieke (publieke) plaats, zoals een promenade, of een voetbalstadion.

Op grond van artikel 172a, eerste lid, van de Gemeentewet (Gw) kan de burgemeester aan een persoon o.a. een gebiedsverbod opleggen als diegene individueel of in groepsverband de openbare orde ernstig heeft verstoord en er ook een ernstige vrees is voor verdere verstoring van de openbare orde.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Bij de oplegging van een gebiedsverbod moet de burgemeester beoordelen of er minder verstrekkende middelen voorhanden zijn (subsidiariteit) en of het gekozen middel niet ingrijpender is dan nodig om de openbare orde te beschermen (proportionaliteit). Doordat een gebiedsverbod een ernstige inbreuk maakt op de grondrechten van betrokkenen, moet de burgemeester ook een afweging maken tussen enerzijds de bescherming van het algemeen belang en anderzijds het belang van de betrokkene om zich vrijelijk te kunnen bewegen.

Wanneer wordt een gebiedsverbod opgelegd?

Op grond van het artikel zijn er drie mogelijkheden waarop de bevoegdheid van de burgemeester kan worden ingezet.

  • Wanneer iemand herhaaldelijk, alleen of in groepsverband, de openbare orde heeft verstoord;
  • wanneer iemand de openbare orde één keer, maar ernstig heeft verstoord;
  • wanneer iemand een leidende rol heeft gespeeld bij een (ernstige) groepsgewijze verstoring van de openbare orde.

Tot slot moet er ook een vrees bestaan voor verdere verstoring en die vrees moet concreet onderbouwd worden. Daarbij moet het gaan om aanwijsbare objectieve aanwijzingen dat er opnieuw orde verstorend gedrag zal plaatsvinden. Het adagium “eens een boef altijd een boef”, is volstrekt onvoldoende maar vaak wordt dit wel als argument opgevoerd. Het kan wel gaan om het ontbreken van een gedragsverandering, of een leidende rol bij een straatbende maar dat moet wel geobjectiveerd onderbouwd worden.

In de regel gaat het om geweldsdelicten (hooligans) en/of drugsdelicten. De onderbouwing vloeit vaak voort  uit een proces-verbaal of een bestuurlijke rapportage welke de burgemeester ten grondslag kan leggen aan het gebiedsverbod. De bevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 172a bestaat uit een gebiedsverbod maar er kan ook een groepsverbod of een meldplicht opgelegd worden.

  • Gebiedsverbod

een gebiedsverbod houdt simpelweg in dat een persoon of een groep personen zich niet op een bepaalde plaats mag bevinden. Het verbod geldt voor de plaats waar de openbare orde is verstoord. De burgemeester doet er verstandig aan om de plaatsen waar de overtreder(s) zich niet meer mag/mogen begeven, op een kaart aan te geven.

  • Groepsverbod

Een groepsverbod houdt in dat een persoon zich op bepaalde plaatsen niet zonder doel met meer dan drie personen mag ophouden. Dit verbod kan een burgemeester opleggen aan een groep personen die de openbare orde verstoren. Tijdens het samenkomen van de groep is door één of meerdere leden van die groep de openbare orde verstoord. Denk hierbij aan een groep jongeren die rondhangt en overlast veroorzaakt.

  • Meldplicht

De meldplicht houdt in dat een persoon verplicht is zich op een bepaald tijdstip te melden bij een politiebureau. Van deze bevoegdheid wordt zelden gebruik gemaakt omdat de capaciteit bij de politie beperkt is. Wellicht dat er in de toekomst een digitale meldplicht komt maar tot op heden is dat nog niet van de grond gekomen.

Overtreding van een gebiedsverbod

Overtreding van een gebieds- of locatieverbod is strafbaar en wordt in de regel streng gehandhaafd. Wanneer de politie constateert dat iemand toch in het verboden gebied aanwezig is, dan kan deze persoon direct worden aangehouden. Dit geldt ook als het verbod via cameratoezicht of meldingen van omstanders wordt geconstateerd. Dan zal er een bevel tot aanhouding buiten heterdaad worden afgegeven door de officier van justitie of in het meest gunstige geval zal er een vrijwillige uitnodiging volgen voor een verhoor op een politiebureau. Het niet opvolgen van het bevel is strafbaar gesteld op grond van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht.

Bij herhaaldelijke overtredingen worden straffen vaak zwaarder en kan de duur van het verbod worden verlengd.

Aanvechten van een gebiedsverbod

Bent u het niet eens met een opgelegd gebiedsverbod? Dan kunt u dit aanvechten door in eerste instantie een zienswijze kenbaar te maken. In een zienswijze kunt u aangeven waarom u het niet eens bent met het gebiedsverbod. Het is belangrijk dat uw zienswijze zo volledig en onderbouwd mogelijk wordt ingediend. Het kan er namelijk voor zorgen dat de gemeente alsnog afziet van het opleggen van een gebiedsverbod.

Onze bestuursrechtadvocaten zijn gespecialiseerd in het opstellen van een goede zienswijze waarbij uw belangen goed naar voren komen en direct inzichtelijk wordt of aan de voorwaarden voor een gebiedsverbod is voldaan. Wanneer er alsnog een voor u ongunstig besluit wordt genomen dan kunt u daartegen een bezwaarschrift indienen waarin u wederom uw bezwaren kenbaar maakt. Aangezien er in de regel sprake is van spoedeisendheid kan er hangende het bezwaar een voorlopige voorziening worden verzocht. In alle gevallen is het belangrijk om snel te handelen, omdat de termijn voor een zienswijze vaak kort is (meestal 2 weken) en er spoedig na een ongunstig besluit een voorlopige voorziening aangevraagd dient te worden.

Wanneer een advocaat inschakelen?

Bij een gebiedsverbod is het verstandig om een advocaat in te schakelen wanneer:

  • U een voornemen tot een besluit heeft ontvangen met een ontzegging voor een bepaald gebied;
  • u ondersteuning nodig heeft bij het onderbouwen van een zienswijze tegen het voorgenomen besluit;
  • u heeft een definitief gebiedsverbod opgelegd gekregen en u wenst als betrokkene bezwaar te maken tegen het verbod;
  • u heeft zo spoedig mogelijk een beslissing nodig van de rechtbank om het gebiedsverbod op te heffen;
  • u wenst in (hoger) beroep te gaan tegen een beslissing op een ongegrond bezwaar.

Een bestuursrechtadvocaat kan voor u een zienswijze, bezwaar of (hoger) beroep instellen tegen een gebiedsverbod, en hangende het bezwaar of beroep een voorlopige voorziening verzoeken. Neem gerust vrijblijvend contact met ons op. Het eerste gesprek is geheel vrijblijvend en altijd de eerste 30 minuten kosteloos.

FAQ

Kan er zomaar een gebiedsverbod afgegeven worden?

Nee, er moet daadwerkelijk iets aan de hand zijn om in te kunnen grijpen. Er moet sprake zijn van een individueel of een in groepsverband gedane verstoring van de openbare orde, of een ernstige verstoring, en er moet een ernstige vrees zijn voor verdere verstoring van de openbare orde. Er zal sprake moeten zijn van een proces-verbaal of een bestuurlijke rapportage, waaruit het gestelde duidelijk zal moeten blijken.

Hoe lang is een gebiedsverbod geldig?

De burgemeester kan een maatregel opleggen voor de maximale duur van drie maanden. Tot drie keer toe kan hij deze maatregel verlengen. Bovendien mag de burgemeester een maatregel opleggen voor een niet aaneengesloten termijn. Met andere woorden, dat betekent dat de burgemeester een maatregel mag opleggen voor de duur van maximaal 90 dagen binnen een periode van twee jaar. Deze mogelijkheid is vooral geschikt voor het aanpakken van een verstoring van de openbare orde binnen het betaalde voetbal. De burgemeester is bevoegd om de opgelegde maatregel aan te passen als er nieuwe feiten of omstandigheden zijn. Dit kan zowel in het voordeel als in het nadeel zijn van de persoon aan wie de maatregel werd opgelegd.

De officier van justitie heeft al een gedragsaanwijzing opgelegd met een gebiedsverbod

Wanneer de officier van justitie een gebiedsverbod heeft opgelegd op grond van artikel 509hh (gedragsaanwijzing) van het Wetboek van Strafvordering dan is de burgemeester niet bevoegd om een gebiedsverbod of een groepsverbod op te leggen. Eventueel zou de burgemeester nog wel een meldplicht kunnen opleggen maar dat levert meestal in de praktijk problemen op.

Wie kan een gebiedsverbod opheffen?

De instantie die het verbod heeft opgelegd kan het intrekken dus in dit geval de burgemeester. Wanneer er een voorlopige voorziening is aangevraagd hangende bezwaar of beroep kan ook de rechter het gebiedsverbod opheffen. Tot slot kan de burgemeester een tijdelijke ontheffing verlenen, als de betrokkene dit aanvraagt. Dit betekent dat de burgemeester speciale toestemming geeft om tijdelijk van de maatregel af te zien. De betrokkene moet deze aanvraag uiteraard wel voldoende onderbouwen.

Neem contact op met onze specialisten van AMBT Advocaten

Het eerste gesprek is, zonder enig voorbehoud, gratis zodat u nooit voor onaangename verrassingen komt te staan. Neem contact op via 085 – 0880471 of per mail [email protected]. U kunt onze advocaten ook bereiken via hun mobiele nummer (te vinden via hun profiel).

Bel 085 - 0880471 Plan een gratis gesprek in
Neem contact op