Verkrachting 16-18 jarigen is een zedendelict waarbij sprake is van seksuele handelingen, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Vóór 1 juli 2024 was verkrachting vastgelegd in artikel 242 Sr (oud) en op en na 1 juli 2024 is verkrachting opgedeeld in verschillende nieuwe artikelen: 242 (schuldverkrachting), 243 (opzetverkrachting), 246 (verkrachting 16-18 jarige), 248 (verkrachting 12-16 jarige), en artikel 250 (verkrachting onder de 12 jaren). In dit artikel zullen we de verkrachting op grond van artikel 246 (nieuw) behandelen zoals die sinds 1 juli 2024 van kracht is.
Verkrachting 16-18 jarigen
Artikel 246 Sr (verkrachting 16-18 jarigen) luidt:
- Als schuldig aan verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam:
- indien het feit wordt begaan jegens een kind van diegene, van een kind dat wordt verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van diegene, van een kind waarover diegene het gezag uitoefent of van een anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van diegene toevertrouwd kind of van een aan diegene ondergeschikt kind;
- indien het feit wordt begaan jegens een kind in een bijzonder kwetsbare positie, waaronder in ieder geval wordt verstaan een bijzonder kwetsbare positie ten gevolge van een psychische stoornis dan wel verstandelijke of lichamelijke handicap, een situatie van afhankelijkheid of een staat van lichamelijke of geestelijke onmacht;
- indien het feit wordt begaan met misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, met gebruikmaking van giften of beloften van geld of goed of met misleiding; of
- indien dat kind zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling.
- Als schuldig aan gekwalificeerde verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of bedreiging.
In artikel 246, eerste lid, wordt het verrichten van seksuele handelingen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam met een kind in de leeftijdscategorie zestien tot achttien jaren onder bepaalde omstandigheden strafbaar gesteld. Dit wordt wettelijk gekwalificeerd als verkrachting in de leeftijdscategorie zestien tot achttien jaren. Het tweede lid bevat een gekwalificeerde delictsvorm, waarin het gebruik van dwang, geweld of bedreiging als strafverzwarend wordt aangemerkt. Dit wordt aangemerkt als gekwalificeerde verkrachting in de leeftijdscategorie zestien tot achttien jaren.
Voorwaarden verkrachting 16-18 jarigen
Het eerste lid stelt seksueel misbruik, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, van kinderen in de leeftijd van zestien tot achttien jaren onder bepaalde omschreven omstandigheden strafbaar onder de kwalificatie verkrachting.
- In artikel 246, eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt het verrichten van seksuele handelingen met een eigen kind of een kind waarmee een bijzondere (gezags)relatie bestaat strafbaar gesteld als delictsvorm van verkrachting in de leeftijdscategorie zestien tot achttien jaren. Strafbaar is degene die seksuele handelingen verricht met een kind van diegene, een kind dat wordt verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van diegene, een kind waarover diegene het gezag uitoefent of een anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van diegene toevertrouwd kind of een aan diegene ondergeschikt kind. Niet alleen juridisch, maar ook feitelijk toevertrouwen kan hieronder vallen. De bescherming geldt dus ook wanneer de feitelijke zorgplicht tijdelijk of gedeeltelijk is overgedragen, bijvoorbeeld de sporttrainer, de oppas, de leraar of de werkgever.
- In artikel 246, eerste lid, aanhef en onderdeel b, betreft het seksuele handelingen die worden verricht met een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren dat in een bijzonder kwetsbare positie verkeert. Hieronder wordt in ieder geval verstaan een bijzonder kwetsbare positie ten gevolge van een psychische stoornis dan wel verstandelijke of lichamelijke handicap, een situatie van afhankelijkheid of een staat van lichamelijke of geestelijke onmacht (niet limitatief). Het gaat erom dat dat de verdachte wetenschap heeft van de bijzonder kwetsbare positie. Onder lichamelijk en geestelijk onvermogen wordt tevens het onvermogen verstaan dat wordt veroorzaakt door de invloed van drugs en alcohol.
- Artikel 246, eerste lid, aanhef en onder c, stelt het verrichten van seksuele handelingen met een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren strafbaar waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse verleidingsmiddelen.
Voor strafbaarheid dient sprake te zijn van misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, gebruikmaking van giften of beloften van geld of goed of misleiding. Het bestanddeel “misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht”, heeft een ruime strekking. Daaronder vallen onder meer een aanzienlijk leeftijdsverschil en/of verschil in positie. Onder misleiding valt het in woord of gedrag voorspiegelen van een onware stand van zaken.
- Artikel 246, eerste lid, aanhef en onderdeel c, betreft de strafbaarstelling van verkrachting van een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren dat zich tegen betaling hiervoor beschikbaar stelt. Daaronder valt ook het hebben van seks tegen betaling in natura. M.a.w. het gaat hier om een financiële context. Feitelijke betaling is geen vereiste voor strafbaarheid. De betaling kan bijvoorbeeld plaatsvinden op een ander moment dan de seksuele handelingen, maar er kan ook in het geheel niet betaald zijn.
Als een derde betrokken is bij het aanbieden van betaalde seks met een kind of dit faciliteert, kan er ook sprake zijn van mensenhandel (artikel 273f Sr). Het kind is dan zowel slachtoffer van de seksuele uitbuiter als van de klant. Er zijn ook kinderen die zich zelfstandig aanbieden voor seksuele handelingen tegen betaling. Voor de strafbaarheid van de klant is het niet relevant of de minderjarige een slachtoffer van mensenhandel is of dat deze zichzelf zelfstandig beschikbaar stelt voor betaalde seks. In beide gevallen is de klant strafbaar.
Voorwaarden gekwalificeerde verkrachting 16-18 jarigen
In het tweede lid wordt verkrachting in de leeftijdscategorie zestien tot achttien jaren als omschreven in het eerste lid voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of bedreiging als strafverzwarend aangemerkt. Kortom, gekwalificeerde verkrachting in de leeftijdscategorie zestien tot achttien jaren.
Voor de strafverzwarende omstandigheid dwang komt een wat lager bewijsvereiste te gelden. Het volstaat dat zodanige pressie op een ander is uitgeoefend dat die ander daardoor niet of in verminderde mate de mogelijkheid heeft gehad een vrije keuze te maken. Die pressie kan een veelheid aan gedaanten aannemen en kan worden uitgeoefend met gebruik van verschillende middelen. Bij het een ander onmogelijk maken anders te handelen, kan worden gedacht aan het veroorzaken van een fysiek beletsel zoals, vastbinden, opsluiten, in het nauw drijven, emotionele chantage, overrompelen of iemand meevoeren naar een verlaten plek. Met geweld wordt gedoeld op de uitoefening van kracht. De krachtsaanwending dient zodanig te zijn dat het slachtoffer hiervan fysieke gevolgen ondervindt. De kracht kan worden uitgeoefend met behulp van het eigen lichaam, maar bijvoorbeeld ook met een voorwerp. Met het plegen van geweld wordt ingevolge artikel 81 Sr gelijkgesteld het brengen in een staat van bewusteloosheid of onmacht. Het bedwelmen van iemand, zoals drogeren, levert geweld op indien dit heeft geleid tot een staat van bewusteloosheid of onmacht. Voor bedreiging kan het de vorm aannemen van daden of het uiten van bedreigende taal. Vereist is dat, gegeven de feiten en omstandigheden, bij het slachtoffer de vrees kon ontstaan voor uitvoering van het dreigement. Bij dreigementen in de vorm van daden kan worden gedacht aan het dreigen met een (vuur)wapen en bij mondelinge bedreiging valt te denken aan het uiten van doodsbedreigingen of bedreigingen met geweld (kan ook tegen een ander dan het slachtoffer zijn).
In de toepassing van dwang, geweld of bedreiging voorafgaand, tijdens of na de seksuele handelingen ligt het daarop gerichte opzet van de verdachte besloten.
Wat zijn de straffen voor verkrachting 16-18 jarigen?
Vanwege de aard en ernst van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam staat er een hogere wettelijke strafbedreiging tegenover en een eigen kwalificatie. Het wettelijk strafmaximum voor verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren betreft gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie. Voor de gekwalificeerde delictsvorm in lid 2 wordt de maximale gevangenisstraf gesteld op twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie. Deze maximumstraffen komen overeen met de maximumstraffen voor opzetverkrachting en gekwalificeerde opzetverkrachting (artikel 243). Bij een veroordeling wegens verkrachting is in de regel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de orde, vaak met bijzondere voorwaarden en een lange proeftijd. Het taakstrafverbod is bij de opzetvariant van toepassing.
Uiteraard komt er bij een veroordeling een aantekening op het strafblad waardoor bepaalde beroepen nooit meer uitgeoefend kunnen worden (een beroepsverbod ligt overigens ook in de rede als bijkomende straf). In de regel zal er een schadevergoeding aan het slachtoffer moeten worden betaald en een tijdelijk gebiedsverbod/contactverbod is ook niet onwaarschijnlijk.
Voor een poging tot opzetverkrachting (oftewel een verkrachting die voor de feitelijke penetratie afgebroken wordt) wordt de maximumstraf met 1/3 verminderd.
Wat is belangrijk in de bewijsvoering?
De nieuwe delicten hebben gevolgen voor de bewijsvoering. Voor een veroordeling voor artikel 246, lid 1 Sr is het niet nodig dat er bewijs is van dwang. Er hoeft dus niet meer bewezen te worden dat een slachtoffer zich heeft verzet of zich niet kon onttrekken aan de seksuele handelingen. Evenmin hoeft te worden bewezen dat het opzet van de verdachte hierop gericht was. Het gevolg is dat slachtoffers in meer gevallen aangifte kunnen doen van een strafbaar feit. De verlaging van de bewijsdrempel brengt ook mee dat politie en het Openbaar Ministerie ruimere mogelijkheden zullen hebben om zaken op te pakken. Het onderzoek zal zich richten op aanwijzingen voor feiten en omstandigheden die duiden op een ontbrekende wil, zoals duidelijk aanwezige contra-indicaties of evidente signalen die het slachtoffer heeft afgegeven en die de verdachte eventueel heeft genegeerd.
Steunbewijs, zoals sporen op het lichaam, camerabeelden of WhatsApp-berichten, kan de lezing van het slachtoffer ondersteunen en zal noodzakelijk zijn bij gebrek aan ander bewijs, bijvoorbeeld bij een ontkennende verdachte en ontbrekende getuigen. In zedenzaken is de bewijsvoering vaak complex omdat er zelden direct bewijs is.
Wat kan een advocaat betekenen?
Een advocaat speelt een cruciale rol, zowel voor verdachten als slachtoffers van verkrachting:
- Voor verdachten:
Een verdenking van artikel 246 Sr kan enkel afgedaan worden door de verdachte te dagvaarden om bij de rechter te verschijnen.
De straffen bij een veroordeling voor overtreding van artikel 246 Sr kunnen fors zijn. In ieder geval wordt – gelet op het taakstrafverbod – een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van ten minste één dag opgelegd. Het taakstrafverbod geldt voor misdrijven waarop een gevangenisstraf van zes jaar of meer is gesteld en die een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge hebben gehad. Voor de toekomst, en met name met betrekking tot de aanvraag van een VOG, kunnen de gevolgen van een veroordeling voor artikel 245 Sr groot zijn. Gelet hierop, is het van groot belang dat u zich laat bijstaan door een gespecialiseerde strafrechtadvocaat. Zeker gelet op de belangen die op het spel staan is het verstandig dat u zich vooraf goed laat informeren. Het is van belang om vooraf te weten wat u kunt verwachten en welke verweren namens u gevoerd kunnen worden.
Onze advocaten zijn bereid om u ook pro deo bij te staan, mits u daarvoor in aanmerking komt gelet op de wettelijk vastgestelde inkomensgrenzen. U hoeft dan uitsluitend een kleine eigen bijdrage te betalen.
- Voor slachtoffers:
Rechtsbijstand aan slachtoffers (en ouders) van zedenzaken is van enorm belang, niet alleen voor de algehele ondersteuning van het slachtoffer, maar ook voor de begeleiding door het juridische traject, bijstand bij de aangifte, vertegenwoordiging tijdens getuigenverhoren, het uitoefenen van het spreekrecht, de zitting tot aan het vonnis in hoger beroep. Een gespecialiseerde slachtofferadvocaat zorgt ervoor dat uw belangen gedurende het hele strafproces worden behartigd.
Slachtoffers van zedenzaken krijgen kosteloos rechtsbijstand van een advocaat. Dit betekent dat de inkomenspositie van het slachtoffer dus geen rol speelt bij de toegang tot deze noodzakelijke juridische ondersteuning en de begeleiding van het indienen van een schadevergoeding.
Conclusie
Verkrachting van 16-18 jarigen, zoals nu per 1 juli 2024 geregeld in artikel 246 Sr, is een ernstig zedendelict dat zware strafrechtelijke gevolgen kan hebben. Het onderscheidt zich van aanranding doordat er bij verkrachting sprake is van binnendringen. Er zijn verschillende varianten mogelijk die zijn opgesomd onder sub a tot en met d. De straffen kunnen verhoogd worden als er sprake is van dwang, geweld, of dreiging. Zowel verdachten als slachtoffers (en hun ouders) dienen professionele juridische bijstand te zoeken om hun rechten te beschermen. Een advocaat is van bijzonder toegevoegde waarde bij het bieden van de juiste verdediging of het verkrijgen van gerechtigheid.