Ja, een nabestaande van een slachtoffer kan zich voegen als benadeelde partij in een strafproces. Dit recht is vastgelegd in de Nederlandse wetgeving en biedt nabestaanden de mogelijkheid om schadevergoeding te eisen voor de schade die zij hebben geleden als gevolg van een strafbaar feit dat heeft geleid tot het overlijden van een naaste.
Juridische grondslag
Artikel 51f Wetboek van Strafvordering (Sv) stelt dat een benadeelde partij zich in het strafproces kan voegen met een vordering tot schadevergoeding. Dit geldt ook voor nabestaanden die schade hebben geleden door het strafbare feit dat tot het overlijden van hun naaste heeft geleid.
De wet erkent verschillende vormen van schade die nabestaanden kunnen lijden, waaronder materiële en immateriële schade. Materiële schade kan bijvoorbeeld bestaan uit kosten voor de begrafenis of crematie, terwijl immateriële schade betrekking heeft op het verlies van een dierbare en het emotionele leed dat daarmee gepaard gaat waaronder affectieschade en/of shockschade.
Voorwaarden voor voeging in het strafproces
- Directe schade:
De nabestaande moet aantonen dat de schade rechtstreeks is veroorzaakt door het strafbare feit. Dit kan bijvoorbeeld door middel van bewijsstukken zoals rekeningen voor begrafeniskosten of medische stukken die de impact van het verlies beschrijven.
- Tijdige voeging:
De nabestaande moet zich tijdig voegen als benadeelde partij in het strafproces. Dit betekent dat de vordering tijdig moet worden ingediend en uiterlijk voordat de officier een aanvang neemt met het requisitoir. Het is belangrijk om dit ruim op tijd van te voren te doen om ervoor te zorgen zodat de vordering wordt meegenomen in het strafproces.
- Duidelijke specificatie van de vordering:
De vordering moet duidelijk en gespecificeerd zijn. Dit betekent dat de nabestaande precies moet aangeven welke schadevergoeding wordt geëist en op welke gronden deze vordering is gebaseerd.
Procedure
- Indienen van de vordering:
De nabestaande dient een schriftelijke vordering in bij de officier van justitie. Deze vordering wordt vervolgens opgenomen in het strafdossier.
- Beoordeling door de rechter:
Tijdens de strafzitting beoordeelt de rechter de vordering van de nabestaande. De rechter kan beslissen om de volledige vordering toe te wijzen, een gedeeltelijke toewijzing of de vordering af te wijzen dan wel niet-ontvankelijk te verklaren, het één en het ander is afhankelijk van de bewijslast en de omstandigheden van de zaak.
- Uitspraak:
Indien de rechter de vordering (gedeeltelijk) toewijst, wordt de schadevergoeding opgenomen in het vonnis. De dader wordt vervolgens verplicht om de toegekende schadevergoeding aan de nabestaande te betalen.
Conclusie
Nabestaanden hebben het recht om zich te voegen als benadeelde partij in een strafproces om schadevergoeding te eisen voor de schade die zij hebben geleden door het verlies van een naaste. Dit recht is vastgelegd in artikel 51f Wetboek van Strafvordering en biedt een belangrijke mogelijkheid voor nabestaanden om erkenning en compensatie te krijgen voor hun verlies.
