De ISD-maatregel (Inrichting voor Stelselmatige Daders) is een strafrechtelijke maatregel die bedoeld is voor veelplegers. Het doel van deze maatregel is om de samenleving te beschermen tegen recidive door stelselmatige daders gedurende langere tijd van de straat te houden. Tegelijkertijd biedt de maatregel mogelijkheden voor behandeling en gedragsverandering. De regeling voor de ISD-maatregel is vastgelegd in de artikelen 38m tot en met 38p Wetboek van Strafrecht en artikel 6:2:19 tot en met 6:2:21 en artikel 6:6:14 tot en met 6:6:18 Wetboek van Strafvordering. Daarnaast zijn in de artikelen 18c tot en met 18e van de Penitentiaire beginselenwet en in artikel 44b tot en met 44q van de Penitentiaire Maatregel bepalingen opgenomen over de ISD-maatregel.
Wat zijn de voorwaarden voor een ISD maatregel?
De ISD-maatregel kan op vordering van het OM door de meervoudige kamer (artikel 369 lid 2 Sv) worden opgelegd als aan de volgende voorwaarden uit artikel 38m Sr is voldaan:
- De verdachte een ernstig strafbaar feit heeft gepleegd en het een misdrijf betreft waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten;
- de verdachte in de vijf jaar voorafgaand aan het door hem begane feit ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, een vrijheidsbeperkende maatregel of taakstraf is veroordeeld of bij onherroepelijke strafbeschikking een taakstraf is opgelegd (vandaar dat de ISD bij de veelplegerstatus in beeld komt);
- het feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen of maatregelen;
- het strafbare gedrag voortkomt uit een patroon van recidive, en er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan;
- de veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel eist.
Omdat de ISD-maatregel een alternatief voor de gevangenisstraf is, kan de ISD-maatregel niet worden opgelegd aan een ontoerekeningsvatbaar persoon, zoals bedoeld in artikel 39 Sr. De maatregel kan opgelegd worden aan verslaafden en niet verslaafden en personen met psychische problematiek. Vanaf 1 juli 2009 kunnen ook vreemdelingen, die geen rechtmatig verblijf in Nederland hebben (artikel 8 Vreemdelingenwet 2000) en feitelijk niet uitzetbaar of moeilijk uitzetbaar zijn, de ISD-maatregel opgelegd krijgen. Voor veroordeelde vreemdelingen geldt dat hun maatregel enkel uit een intramurale (gesloten) fase zal bestaan, aangezien zij geen beroep kunnen doen op de reguliere voorzieningen in de Nederlandse samenleving. Daarnaast wordt verlof op grond van artikel 4 RTVI geweigerd aan gedetineerden die ongewenst zijn verklaard of van wie vaststaat dat zij na hun detentie zullen worden uitgezet. Alleen incidenteel verlof is onder bepaalde omstandigheden mogelijk.
De ISD-maatregel wordt vaak toegepast bij delicten zoals inbraken, diefstallen of geweldsmisdrijven gepleegd door personen met ernstige verslavings- of psychische problemen en een veelplegersstatus.
Wat is de maximale duur?
De maximale duur van de ISD-maatregel is twee jaar (artikel 38n Sr). Gedurende deze periode verblijft de veroordeelde in een inrichting waar hij wordt behandeld en begeleid om zijn gedrag te veranderen. De ISD-maatregel moet vanwege de effectiviteit minimaal voor de duur van één jaar worden opgelegd.
De ISD-maatregel heeft twee verschillende fasen namelijk:
- De intramurale fase (gesloten) deel;
deze eerste fase van de maatregel binnen de PI wordt vooral gebruikt voor screening, diagnostiek, stabilisatie, het bieden van structuur en het opstellen van een detentie- en re-integratieplan.
- Tussenfase;
de tussenfase, ook wel ‘halfopen fase’ genoemd, is bedoeld om de overgang van een gesloten afdeling naar een open, extramurale setting geleidelijk te laten verlopen.
- De extramurale fase;
op grond van het advies van de directeur en het college van burgemeesters en wethouders, beslist de selectiefunctionaris over de aanvang van de extramurale fase (artikel 44l Pm). De fase bestaat uit een plaatsing in een externe zorginstelling, plaatsing in een begeleide woonvoorziening met dagbesteding en/of ambulante zorg en/of ondersteuning of zelfstandig wonen met dagbesteding en/of ambulante zorg en ondersteuning.
Let op: de Hoge Raad heeft uitgelegd dat het opleggen van een vrijheidsstraf in combinatie met een ISD-maatregel niet mogelijk is. Dit brengt met zich mee dat ook een voorwaardelijke ISD-maatregel niet gecombineerd kan worden met een gevangenisstraf voor hetzelfde feitencomplex of andersom.
Wanneer wordt de ISD-maatregel beëindigd?
De ISD-maatregel eindigt automatisch na de vastgestelde periode, tenzij de minister van Justitie en Veiligheid op grond van artikel 6:2:20 Sv de ISD-maatregel eerder beëindigd. De directeur van de inrichting waar de ISD-er is geplaatst, zal hierover eerst advies uitbrengen aan de minister. Na ommekomst van de opgelegde duur van één of twee jaar, eindigt de maatregel dus van rechtswege.
Als een stelselmatige dader na de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel weer een misdrijf pleegt, kan de ISD-maatregel opnieuw worden gevorderd en opgelegd. Deze vordering kan mede worden gebaseerd op de eerdere veroordelingen. Het is dus niet zo dat de eerdere veroordelingen slechts één keer kunnen meetellen voor het opleggen van een ISD-maatregel. Wees dus gewaarschuwd.
Kan de ISD-maatregel tussentijds worden beëindigd?
Ja, de ISD-maatregel kan tussentijds worden beëindigd door de minister van Justitie en Veiligheid op grond van artikel 6:2:20 Sv maar een veroordeelde kan op grond van artikel 6:6:14 Sv zes maanden na aanvang van de tenuitvoerlegging van de maatregel de rechter verzoeken om te toetsen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. De rechter kijkt naar het verloop van de behandeling, gaat na of de maatregel beantwoordt aan het doel waarvoor deze is opgelegd en toetst of de maatregel zorgvuldig ten uitvoer wordt gelegd.
De rechter zal vervolgens toetsen of het opheffen van de ISD-maatregel zal leiden tot onveiligheid, en overlast van het publieke domein. Indien er sprake is van een omstandigheid die buiten de macht van de veroordeelde ligt, waardoor voortzetting van de ISD-maatregel niet meer zinvol is dan kan de ISD-maatregel ook tussentijds worden beëindigd maar dat is in de regel een uitzondering.
De tussentijdse toetsing dient te worden gedaan door de rechtbank die in eerste aanleg bevoegd was. Dit is ook het geval indien het gerechtshof de maatregel heeft opgelegd. Mocht er in hoger beroep de ISD-maatregel zijn opgelegd dan is dus de rechtbank in eerste aanleg bevoegd om van de tussentijdse toetsing kennis te nemen.
Wat is het verschil met TBS?
Hoewel zowel de ISD-maatregel als TBS gericht zijn op het beschermen van de samenleving en het behandelen van daders, zijn er belangrijke verschillen:
Doelgroep:
ISD: Gericht op stelselmatige daders met een crimineel verleden, vaak met veelplegerstatus.
TBS: Gericht op daders met een psychiatrische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd.
Duur:
ISD: Maximale duur van twee jaar.
TBS: Vier jaren tenzij bij het misdrijf de lichamelijke integriteit van slachtoffers is aangetast dan kan het bij TBS met dwang onbeperkt worden verlengd zolang de dader een gevaar vormt.
Behandeling:
ISD: Gericht op gedragsverandering en aanpak van verslaving.
TBS: Gericht op intensieve psychiatrische behandeling.
Wat gebeurt er na de ISD-maatregel?
Na de ISD-maatregel kan de veroordeelde gebruikmaken van nazorg:
- Reclassering: de veroordeelde wordt begeleid bij het vinden van werk, huisvesting en het voorkomen van terugval.
- Behandeling: eventueel kan verdere behandeling plaatsvinden in een ambulante setting, afhankelijk van de problemen van de veroordeelde.
- Controle: in sommige gevallen wordt de verdachte nog enige tijd gecontroleerd op naleving van afspraken, zoals een meldplicht of drugstesten maar dat heeft dan te maken met huisregels van een woonvorm.
Vanuit de inrichting vinden er reguliere overleggen met gemeente, reclassering en andere instellingen plaats die een rol spelen bij de nazorg. Een knelpunt is en blijft echter het gebrek aan een justitiële titel in de nazorgfase, waardoor het gehele nazorgtraject te vrijblijvend is. Door het gebrek hieraan, kan een ISD-er snel terugvallen in de oude situatie. In de praktijk bij ons op kantoor merken we dat er weinig positieve ervaringen zijn met de ISD-maatregel en we twijfelen ook aan de effectiviteit van deze maatregel.
Wat kan een advocaat betekenen?
Een advocaat speelt een cruciale rol bij zaken waarin de ISD-maatregel wordt overwogen:
AMBT Advocaten heeft inmiddels een ruime ervaring met de ISD-maatregel en het inrichten van een verweer hiertegen. Ten eerste zal de advocaat beoordelen of aan de voorwaarden voor de ISD-maatregel wordt voldaan, maar ook of er geen alternatieven mogelijk zijn want de ISD-maatregel is en blijft een uiterst middel. De strafrechtadvocaat kan u bijstaan in klachtprocedures over onder andere het verloop, de inhoud, de doelmatigheid en de zorgvuldigheid van de behandeling. Voor dergelijke klachten bestaat er namelijk een afzonderlijke procedure die is geregeld in artikel 6:6:14 Sv. Er kan dus niet op grond van artikel 60 van de Pbw worden geklaagd. Tot slot kan een raadsman adviseren en procederen m.b.t. een verzoek tussentijdse beëindiging.
Conclusie
De ISD-maatregel is een belangrijk instrument in het strafrecht om stelselmatige daders aan te pakken en de samenleving te beschermen. Het eerste doel is het terugdringen van de criminaliteit die gepleegd wordt door veelplegers en daarmee de maatschappelijke veiligheid vergroten door middel van opsluiting van de veelpleger. Het tweede doel is de kans op recidive van de veelpleger verminderen. Het willen bereiken van één van de doelen is voldoende om de maatregel op te leggen. De maatregel biedt ruimte voor behandeling en gedragsverandering, met een maximale duur van twee jaar. Een advocaat kan ondersteuning bieden bij de verdediging tegen de maatregel, klachten indienen of begeleiding bieden tijdens en na de ISD-periode. De ISD-maatregel is bedoeld als alternatief voor de gevangenisstraf.
De ISD-maatregel is bedoeld als ‘ultimum remedium’, bestemd voor zeer actieve veelplegers van vooral kleine criminaliteit. De rechters (meervoudige kamer) leggen uitsluitend een ISD-maatregel op, op vordering van de officier van justitie (artikel 38m Sr).