Bedreiging, zoals omschreven in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), is een strafbaar feit waarbij iemand een ander persoon dreigt met geweld, doodslag, zware mishandeling, of een ander ernstig misdrijf. Het doel van dit artikel is om de bescherming van personen tegen angst en onzekerheid te waarborgen. Bedreiging wordt beschouwd als een ernstig misdrijf, omdat het de persoonlijke veiligheid en de geestelijke integriteit van het slachtoffer direct aantast.

Inhoud van artikel 285 Wetboek van Strafrecht

  1. Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
  2. Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
  3. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
  4. Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Juridische analyse

Om iemand strafrechtelijk te vervolgen voor bedreiging op grond van artikel 285 Sr, moeten bepaalde elementen aanwezig zijn:

  • Voorwaardelijk opzet:

De verdachte  moet de intentie hebben gehad om de bedreiging te uiten. Het maakt daarbij niet uit of de verdachte daadwerkelijk van plan was de bedreiging uit te voeren. Het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte dient erop gericht te zijn dat, het slachtoffer daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij het slachtoffer de redelijke vrees kon ontstaan voor het misdrijf waarmee werd gedreigd.

  • Redelijke vrees:

De bedreiging moet betrekking hebben op één of meer van de misdrijven die in artikel 285 lid 1 Sr zijn opgesomd en er dient sprake te zijn van een ‘redelijke vrees’ bij het slachtoffer tot het waarmaken van de bedreiging. Deze bedreiging moet dus van een dusdanige lading zijn dat bij het slachtoffer die ‘redelijke vrees’ kan ontstaan. Niet is dus vereist dat de bedreiging in een concreet geval de redelijke vrees heeft opgewekt maar het gaat er dus om of de bedreiging in het algemeen voldoende is om een dergelijke vrees op te wekken.

  • Uiting van de bedreiging:

De bedreiging kan mondeling, schriftelijk, door middel van afbeeldingen, of door feitelijke handelingen worden geuit. Ook een dreigende lichaamshouding kan onder bedreiging vallen. Het gaat er uiteindelijk wel om dat het slachtoffer op de hoogte is geraakt van de bedreiging. Indien er dus concrete aanwijzingen zijn dat het slachtoffer via deze derde of een digitaal medium op de hoogte raakt van de bedreiging is voldaan aan deze voorwaarde.

Strafmaat

Artikel 285 Sr stelt een maximale gevangenisstraf van twee jaar of een geldboete van de vierde categorie voor bedreiging. De strafmaat kan echter variëren afhankelijk van de ernst van de bedreiging en de omstandigheden van het geval. Op grond van de richtlijnen zal er in de meeste gevallen een taakstraf worden opgelegd.

Voorbeelden van bedreiging

  • Mondelinge bedreiging: Iemand zegt tegen een ander: “Ik maak je dood!” Dit wordt als bedreiging gezien, zelfs als de verdachte niet van plan is om de bedreiging uit te voeren.
  • Bedreiging via Social Media: Het sturen van berichten via social media waarin iemand wordt bedreigd met ernstig geweld kan ook leiden tot vervolging op grond van artikel 285 Sr.
  • Feitelijke bedreiging: Het tonen van een wapen in een dreigende houding richting een ander, zonder daadwerkelijk geweld te gebruiken, valt onder bedreiging.

Conclusie

Het enkel bezigen van bedreigende woorden wil niet direct zeggen dat het een bedreiging is de zin van artikel 285 Sr. Niet elke onbeheerste uiting van woede kan worden aangemerkt als een bedreiging. Soms worden er nu eenmaal in emotie vervelende dingen geroepen. Het gaat echter om de context en de omstandigheden van het geval. Het is bijzonder raadzaam om bij een verdenking van bedreiging in een zo vroeg mogelijk stadium contact op te nemen met een strafrechtspecialist.

Neem contact op met onze specialisten van AMBT Advocaten

Het eerste gesprek is, zonder enig voorbehoud, gratis zodat u nooit voor onaangename verrassingen komt te staan. Neem contact op via 085 – 0880471 of per mail [email protected]. U kunt onze advocaten ook bereiken via hun mobiele nummer (te vinden via hun profiel).

Bel 085 - 0880471 Plan een gratis gesprek in
Neem contact op