Een officier van justitie is een belangrijk onderdeel van het strafrechtelijke systeem. Hij of zij werkt bij het Openbaar Ministerie (OM) en is verantwoordelijk voor het vervolgen van strafbare feiten Het OM heeft een vervolgingsmonopolie. De officier beslist of er een strafzaak wordt aangebracht.
Verantwoordelijkheden binnen het strafproces
De officier van justitie heeft verschillende verantwoordelijkheden in het strafproces. Eén van de belangrijkste taken is het onderzoeken van strafbare feiten en het beslissen of er genoeg bewijs is om iemand te vervolgen. Dit gebeurt vaak in samenwerking met de politie en andere instanties. Daarnaast heeft de officier invloed op de straf die een verdachte kan krijgen, door zelf te beschikken bij lichte feiten en een strafeis te formuleren aan de rechter bij zwaardere feiten.
De officier van justitie heeft vier hoofdtaken die essentieel zijn voor het functioneren van het rechtssysteem:
- Opsporing, de officier van justitie vertegenwoordigt het Openbaar Ministerie. De officier geeft leiding aan de politie tijdens het opsporingsonderzoek en zorgt dat dit zorgvuldig en volgens de regels gebeurt.
- Vervolging, de officier van justitie kan voor lichte strafbare feiten zelf een straf opleggen middels een beschikking. Bij verdenking van het plegen van een ernstig misdrijf wordt de verdachte door de officier van justitie gedagvaard om zich voor de strafrechter te verantwoorden.
- Seponeren, de officier van justitie kan ook besluiten om een zaak niet in behandeling te nemen (seponeren). Een reden hiervoor kan zijn dat er te weinig bewijs is tegen de verdachte (technisch sepot) maar er zijn ook tal van andere redenen om een zaak te seponeren (beleidssepot).
- Strafzaak, in de rechtszaal treedt de officier van justitie op als aanklager. De officier vertelt aan het begin van de zitting waarvoor de verdachte terecht staat. De officier van justitie zal in het requisitoir uiteenzetten waarom de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd en/of de verdachte een strafbare dader is. Vervolgens zal er een strafeis kenbaar worden gemaakt.
Wat beslist de officier van justitie?
De officier van justitie neemt belangrijke beslissingen in het strafproces. Hij of zij beslist of er voldoende bewijs is om iemand te vervolgen. Dit houdt in dat de officier niet alleen kijkt naar het bewijs, maar ook afweegt of het in het belang van de samenleving is om verder te gaan met de zaak. Als de officier vindt dat de zaak onvoldoende bewijs in zich draagt of dat het niet in het belang van de maatschappij is, kan de officier besluiten om geen vervolging in te stellen en om een technisch sepot of een beleidssepot uit te vaardigen.
Welke straffen kan een officier van justitie opleggen?
Door de invoering van de Wet OM-afdoening is een regeling in het Wetboek van Strafvordering geïntroduceerd die het mogelijk maakt dat de officier van justitie misdrijven waarop niet meer dan zes jaar gevangenisstraf staat en alle overtredingen kan bestraffen door het uitvaardigen van een strafbeschikking. De wetgever heeft op grond van artikel 257a Sv met deze regeling een lichte – niet-rechterlijke – procedure doorgevoerd voor de buitengerechtelijke afdoening van de genoemde delicten, met het doel de strafrechter te ontlasten.
In artikel 257a, tweede lid Sv staat welke sancties de officier van justitie bij strafbeschikking op kan leggen. De strafbeschikking kan ook aanwijzingen (waaronder gedragsaanwijzingen) bevatten waaraan de verdachte moet voldoen (artikel 257a, derde lid Sv). Voor jeugdigen zijn in artikel 77f Sr aanvullende regels te vinden over de aanwijzingen (lid 1) en de taakstraf (lid 2).
Uitgangspunt bij het opleggen van een OM-strafbeschikking is een strafoplegging die voor de verdachte gunstiger is dan de te verwachten strafeis op zitting. De officier van justitie houdt bij het bepalen van de sanctie rekening met de rechterlijke straftoemetingspraktijk. De strafbeschikking kan bestaan in de vorm van een:
- Geldboete;
- Taakstraf t/m 180 uur;
- Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (tot max 6 maanden);
- Betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer;
- Gedragsaanwijzing (bijvoorbeeld een stadionverbod);
- Storting van een geldsom in het schadefonds geweldsmisdrijven;
- Onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen goederen;
U kunt in verzet gaan tegen de strafbeschikking van het OM. U moet dit doen binnen 14 dagen na ontvangst van de strafbeschikking. Laat u daarover adviseren door een advocaat. U heeft meestal recht op een gratis consult.
Onpartijdigheid
De officier van justitie moet onpartijdig zijn in het werk. Dit betekent dat hij of zij de zaak moet beoordelen op basis van feiten en wetgeving, zonder persoonlijke voorkeuren of vooroordelen. Het is de taak van de officier om een eerlijke en rechtvaardige behandeling van de zaak te waarborgen, zowel voor de verdachte als voor de samenleving. Gaandeweg het onderzoek moet de officier van justitie tot de overtuiging komen dat de verdachte daadwerkelijk de dader is.
Conclusie
De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek in strafzaken. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek zal de officier (het OM) besluiten de zaak voor de rechter te brengen (te dagvaarden), een strafbeschikking uit te vaardigen (OM zitting) of de zaak te seponeren.