Er zijn twee factoren van belang namelijk het maximum aantal toevoegingseenheden aan de voorzijde en het maximaal te declareren punten aan de achterzijde.

Maximum aantal toevoegingseenheden

In 2025 heeft te gelden dat een sociaal advocaat jaarlijks maximaal 250 toevoegingseenheden mag aanvragen. In 2026 wordt dat verlaagd naar 225 en in 2027 wordt dat verlaagd naar 200 eenheden. In het kort komt het erop neer dat:

  • Toevoegingen met een forfaitair puntenaantal van 6 of meer, forfaitaire punten, en alle asieltoevoegingen tellen mee als 1 eenheid;
  • toevoegingen van 4 of 5 punten tellen mee als 0,67 eenheid;
  • toevoegingen van 3 punten tellen mee als 0,5 eenheid;
  • lichte adviestoevoegingen tellen mee als 0,33 eenheid.

Eén forfaitair punt staat gemiddeld gelijk aan één declarabel uur en dat betekent dat 250 toevoegingseenheden staat voor 1.300 uren, 225 toevoegingseenheden voor 1.250 uren, en 200 toevoegingseenheden voor 1.200 uren.

Een maximum aantal toevoegingen is volgens de Raad voor Rechtsbijstand noodzakelijk omdat dit voorkomt dat advocaten en mediators jaarlijks dusdanig veel zaken behandelen dat de kwaliteit van de rechtsbijstand in het geding komt. Het waarborgt dat iedere zaak de tijd en aandacht krijgt die nodig is voor goede, zorgvuldige ondersteuning van de rechtzoekende.

Uitgaande van een normale werkweek van 40 uren, komt dat neer op 52 weken per jaar, maal 5 werkdagen per week is 260 werkdagen. Een simpele rekensom leert dat 52 maal 40 neerkomt op 2.080 uren voor een “reguliere” werknemer. Voor de goede orde zijn feestdagen hierin niet meegenomen, want piketdagen zijn voor sociaal advocaten ook op feestdagen en/in het weekend.

De Raad voor Rechtsbijstand stelt dat de urennorm is gebaseerd op de algemeen binnen de beroepsgroep aanvaarde norm dat een advocaat of mediator jaarlijks 1.200 declarabele uren aan rechtsbijstand kan besteden. De Raad verwijst daarvoor naar het rapport van het interdepartementale beleidsonderzoek rechtsbijstand (Ibo) uit 2002 en het rapport van de Commissie Wolfsen, die deze grens aanhield bij het berekenen van een redelijk inkomen voor sociaal advocaten. In het rapport van de Commissie Wolfsen staat daarover het volgende opgenomen: “De commissie meent dat voor de puntvergoeding de vergelijking in het Ibo-rapport met de ambtelijke schalen 11 en 12 nog steeds valide is. Dat geldt ook voor de aanname in het Ibo-rapport dat een advocaat gemiddeld – met een 36-urige werkweek – jaarlijks 1.200 declarabele uren kan maken. Goed eerstelijnswerk zal de efficiency van het werk dat daarop volgt in de tweede lijn overigens bevorderen. De commissie acht het echter niet wenselijk dat een praktijk van een advocaat uitsluitend uit toegevoegde zaken bestaat.” Met andere woorden de 1.200 urennorm is én gebaseerd op een 36-urige werkweek én vastgesteld om te voorkomen dat een praktijk uitsluitend uit toegevoegde zaken bestaat.

Volgens de Raad voor Rechtsbijstand ziet deze norm uitsluitend op declarabele uren dus daadwerkelijk de tijd die wordt besteed aan het verlenen van rechtsbijstand en aan reistijd boven de 50 kilometer. Niet-declarabele uren – zoals administratieve werkzaamheden, wachttijd, overleg met kantoorgenoten, stagebegeleiding, studietijd die niet in verhouding staat tot de zaak, of contacten met de Raad – vallen hier dus buiten.

Volgens de Raad voor Rechtsbijstand besteedt een sociaal advocaat dus in 2027 welgeteld 880 uren per jaar aan niet-declarabele tijd en als dat wordt gedeeld door 52 dan komt dat afgerond neer op 17 uren per werkweek dus 2,2 dag van de week is een sociaal advocaat dus bezig met de administratie, overleggen, studeren, begeleiden en/of te wachten.

Paralegals en advocaat-stagiaires

Een factor waar de RvR geen rekening mee houdt zijn de paralegals (juridische HBO- of WO-opleiding). Paralegals (juristen) werken voor de advocaat in de toevoegingzaak die is afgegeven voor de advocaat. Met andere woorden zij verrichten werkzaamheden in de toevoegingszaak onder toezicht van de advocaat.

Voor de inzet van advocaat-stagiaires geldt dat zij enkel rechtsbijstand mogen verlenen op toevoegingen van hun patroon, zo lang ze nog niet aan de deskundigheidseisen voor inschrijving voor een specialisatie kunnen voldoen. Zodra ze aan de deskundigheidseisen voor een specialisatie voldoen, worden ze geacht zich in te schrijven voor die specialisatie en toevoegingen op eigen naam aan te vragen. Kortom, zowel voor paralegals als de begincarrière van een advocaat-stagiaire geldt dat de toevoegingen op naam staan van de advocaat/patroon.

Door de inzet van paralegals en advocaat-stagiaires wordt door de RvR uitgegaan van 1.500 declarabele uren per jaar. De RvR stelt dus dat voor 2025, één sociaal advocaat (patroon) geldt dat 1.300 uren de norm is bij 250 toevoegingseenheden en voor de inzet van een fulltime paralegal en advocaat-stagiaire is dat dus 100 declarabele uren per persoon dus met andere woorden ze zijn tweeëneenhalve werkweek in het jaar! declarabel.

Maximum aantal declareren punten

In de inschrijvingsvoorwaarden is opgenomen dat voor advocaten die in de twee jaren voorafgaand aan het huidige jaar van inschrijving gemiddeld meer dan 2.000 punten hebben gedeclareerd, een afwijkend – lager – maximum aantal toevoegingseenheden geldt dan het algemene maximum.

Tot nu toe werd dit lagere maximum berekend op basis van de formule: (2.000 punten ÷ het gemiddeld aantal gedeclareerde punten in twee voorafgaande jaren) x 250. Met de verlaging van het algemene maximum naar 225 eenheden per 2026, wordt deze formule vanaf 2026 aangepast naar: (2.000 punten ÷ het gemiddeld aantal gedeclareerde punten in twee voorafgaande jaren) x 225. Voor 2027 wordt deze formule aangepast naar: (2.000 punten ÷ het gemiddeld aantal gedeclareerde punten in twee voorafgaande jaren) x 200).

Wanneer er extra uren voor een zaak worden aangevraagd dan wordt dus aan de voorzijde niet de 250/225/200 punten overschreden maar aan de achterzijde dus wel met de te declareren punten en dat betekent dat de sociaal advocaat wordt gekort op het maximaal aantal toevoegingseenheden voor het daaropvolgende jaar. Dat kan dus betekenen dat in 2027 de sociaal advocaat wordt gekort op de 200 toevoegingseenheden en voor dat opvolgende jaar in 2028 dan bijvoorbeeld 175 toevoegingseenheden mag hebben, terwijl de extra uren zaak inmiddels al is afgerond.

Investering in de sociale advocatuur

In 2026 wordt er extra geld geïnvesteerd in de sociale advocatuur zoals werd aangekondigd in de Voorjaarsnota. Voor 2026 wordt er nu geld vrijgemaakt uit het bestaande budget voor rechtsbijstand. Met dit geld worden de puntentaantallen die sociaal advocaten voor zaken krijgen aangepast. En de toeslagen, het basistarief per punt en de reiskostenvergoeding voor mediators verhoogd.

Conclusie

Het is een sigaar uit eigen doos. Aan de voorzijde wordt voor het publiek de indruk gewekt dat de sociaal advocaat extra budget krijgt door de puntentaantallen, de toeslagen, het basistarief per punt en de reiskostenvergoeding te verhogen waardoor het inkomen (eindelijk) wordt aangepast aan de huidige tijd, maar aan de achterzijde wordt het aantal uren beperkt en wordt de sociaal advocaat beperkt door een maximum aantal punten.

Voorts wordt de inzet van paralegals en advocaat-stagiaires afgestraft door de urennorm en daardoor is het niet aantrekkelijk voor jonge advocaten om het beroep van sociaal advocaat te ambiëren.

Het standpunt van niet declarabele uren is niet meer van deze tijd. Volgens de RvR zijn niet-declarabele uren

  • administratieve werkzaamheden
  • wachttijd
  • overleg met kantoorgenoten
  • stagebegeleiding
  • studietijd die niet in verhouding staat tot de zaak
  • contacten met de RvR

Vooropgesteld voor administratieve werkzaamheden is er een secretaresse/office manager in dienst, die ook overleg voert met de contacten van de RvR. Wachttijd bestaat tegenwoordig niet meer omdat alle advocaten tegenwoordig digitaal werken. Overleg met kantoorgenoten is natuurlijk onzin want elke advocaat is verplicht om gestructureerd intercollegiaal overleg te voeren met vakgenoten en valt dus onder studietijd. Als het gaat om stagebegeleiding dan lopen advocaat-stagiaires mee in de zaken van hun patroon. Het is dus een combinatie van werk en leren. Kortom, de urennorm waar de RvR naar verwijst is gebaseerd op een onderzoek uit 2002 van 23 jaren geleden en simpelweg niet meer van deze tijd.

Er is geen commercieel kantoor waarbij een urennorm van 1.200 (declarabel) wordt gehanteerd en de suggestie dat sociaal advocaten dus de helft van de werkweek bezig zijn met randzaken is beledigend. Het doet afbreuk aan de instelling en de werklust van de advocaten die elke dag bezig zijn met het beschermen van een kwetsbare doelgroep. Deze beleidswijziging zou wel eens de doodsteek van de sociale advocatuur kunnen zijn.

Neem contact op met onze specialisten van AMBT Advocaten

Het eerste gesprek is, zonder enig voorbehoud, gratis zodat u nooit voor onaangename verrassingen komt te staan. Neem contact op via 085 – 0880471 of per mail [email protected]. U kunt onze advocaten ook bereiken via hun mobiele nummer (te vinden via hun profiel).

Bel 085 - 0880471 Plan een gratis gesprek in
Neem contact op